EU stelt regels voor duurzaamheidsrapportage voor bedrijven buiten de EU uit
• De Europese Commissie heeft de invoering van normen voor duurzaamheidsverslaglegging voor bedrijven buiten de EU onder de richtlijn inzake maatschappelijk verantwoord ondernemen (CSRD) uitgesteld tot ten minste oktober 2027.
• De vertraging is onderdeel van de bredere inspanningen van de EU om de administratieve lasten te verminderen via haar ‘vereenvoudigingsagenda’, die van invloed is op ruim 100 geplande wetgevingshandelingen.
• Deze stap valt samen met transatlantische onderhandelingen en interne EU-voorstellen om de reikwijdte van de openbaarmakingsvereisten voor ondernemingen in het kader van het Omnibus I-initiatief te beperken.
De Europese Commissie heeft de invoering van normen voor duurzaamheidsverslaglegging voor grote bedrijven buiten de EU uitgesteld in het kader van de richtlijn inzake verslaglegging over duurzaamheid (CSRD). Dit is onderdeel van een bredere inspanning om de complexiteit van de regelgeving en de administratieve kosten in de EU te verminderen.
De Europese standaarden voor duurzaamheidsverslaggeving (ESRS) voor bedrijven buiten de EU zouden aanvankelijk medio 2024 worden aangenomen, maar werden uitgesteld tot juni 2026. Ze worden nu nog verder uitgesteld, waarbij de Commissie heeft verklaard dat er vóór oktober 2027 geen actie zal worden ondernomen.
Het uitstel werd bevestigd in een brief die de Commissie aan de financiële toezichthouders van de EU stuurde, waarin zij haar proces van "de-prioritering" uiteenzette. De brief somt 115 wetgevingshandelingen op die als "niet-essentieel" worden beschouwd voor de onmiddellijke beleidsdoelstellingen en die zullen worden uitgesteld in het kader van de vereenvoudigingsagenda van het blok, die gericht is op het versterken van het concurrentievermogen en het verminderen van bureaucratie.
Een verschuiving in het Europese regelgevingstempo
De vertraging is het gevolg van de toenemende politieke druk binnen de EU om het tempo van de regelgeving rondom duurzaamheid opnieuw aan te passen, nu de groei afneemt en het wereldwijde investeringslandschap verandert.
De CSRD, die begin 2024 van kracht werd, vereist uitgebreide duurzaamheidsrapportage voor grote EU-bedrijven en voor niet-EU-bedrijven die aanzienlijke inkomsten genereren binnen het blok. Buitenlandse entiteiten – doorgaans met een EU-omzet van meer dan € 150 miljoen (US$ 163 miljoen) en ten minste één dochteronderneming of vestiging in de regio – zouden naar verwachting in 2028 beginnen met rapporteren met behulp van ESRS voor "ondernemingen uit derde landen".
Door de goedkeuring van de normen uit te stellen, heeft de Commissie feitelijk een belangrijk onderdeel van haar belangrijkste duurzaamheidskader voor multinationale ondernemingen bevroren.
Deze stap maakt deel uit van het Omnibus I-wetgevingspakket, waarover momenteel in Brussel wordt onderhandeld. Het pakket beoogt verschillende onderling verbonden wetten op het gebied van corporate governance te consolideren en te vereenvoudigen, waaronder de CSRD en de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD).
Stroomlijnen van de CSRD
Tot de voorgestelde Omnibus-hervormingen behoren aanzienlijke verkleiningen van de reikwijdte. Zo worden de rapportageverplichtingen voor de CSRD beperkt tot bedrijven met meer dan 1,000 werknemers (voorheen 250) en wordt het volume aan vereiste openbaarmakingen teruggebracht.
Wetgevers hebben al een "stop-de-klok"-maatregel ingevoerd die bepaalde CSRD-tijdlijnen voor kleinere bedrijven opschort terwijl het nieuwe kader wordt afgerond. Het gecombineerde effect van deze aanpassingen zou duizenden bedrijven kunnen uitsluiten die zich eerder voorbereidden op gedetailleerde openbaarmaking van duurzaamheidsinformatie.
Critici van het bestaande kader stellen dat de nalevingskosten – met name voor middelgrote bedrijven – het industriële concurrentievermogen van de EU dreigen te ondermijnen. Voorstanders waarschuwen echter dat een inperking van het stelsel de transparantie kan aantasten en het vertrouwen van investeerders in duurzaamheidsgegevens kan ondermijnen.
Transatlantische spanningen en handelsdiplomatie
Het besluit heeft ook geopolitieke ondertonen. De vertraging is het gevolg van druk vanuit Amerikaanse bedrijfsgroepen en politici die zich zorgen maken dat de extraterritoriale reikwijdte van de CSRD Amerikaanse bedrijven kostbare en overlappende rapportageverplichtingen zou kunnen opleggen.
De afgelopen maanden hebben Brussel en Washington een raamovereenkomst gesloten waarin een toezegging is opgenomen om ervoor te zorgen dat de CSRD en de CSDDD "geen onnodige beperkingen opleggen aan de transatlantische handel". De verlengde termijn biedt mogelijk ruimte voor verdere afstemming of wederzijdse erkenning tussen de openbaarmakingssystemen van de EU en de VS.
GERELATEERD ARTIKEL: Europese Commissie trekt greenwashing-verordening in
Sector- en MKB-normen ook in de wacht
Andere rapportagestandaarden die door de deprioritering van de EU worden beïnvloed, zijn onder meer sectorspecifieke ESRS-regels en regels voor beursgenoteerde kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's). Hoewel beide op korte termijn werden verwacht, is het nu onwaarschijnlijk dat ze vóór 2027 van kracht worden – en mogelijk uiteindelijk worden opgenomen in de bredere Omnibus-herzieningen.
Voor internationale ondernemingen betekent het recente uitstel een langere periode van onzekerheid over de uiteindelijke vorm en timing van de EU-verplichtingen inzake openbaarmaking van duurzaamheidsinformatie. Sommige marktwaarnemers verwachten dat bedrijven zich in de tussentijd zullen blijven houden aan vrijwillige standaarden zoals de International Sustainability Standards Board (ISSB) of de Task Force on Climate-related Financial Disclosures (TCFD) om het vertrouwen en de vergelijkbaarheid van beleggers te behouden.
Strategische implicaties voor investeerders en leidinggevenden
Voor beleggers compliceert de vertraging de consistentie van ESG-data over de markt heen, wat mogelijk leidt tot vertraging bij beslissingen over kapitaalallocatie die verband houden met duurzaamheidsprestaties. Voor multinationale bestuurders biedt het verlichting op korte termijn, maar leidt het tot meer onzekerheid over de nalevingsplanning op lange termijn.
De Commissie benadrukt dat de maatregel pragmatisch en niet politiek van aard is – onderdeel van een efficiëntiebeoordeling die erop gericht is het concurrentievermogen van de EU te behouden en tegelijkertijd haar milieuambities te realiseren. Maar nu Brussel een nieuwe afweging maakt tussen regelgevende ambitie en economisch pragmatisme, benadrukt het besluit de complexe afwegingen waarmee wereldwijd duurzaamheidsbeleid te maken heeft.
Wanneer het vertraagde ESRS-pakket uiteindelijk opnieuw wordt gepubliceerd, zal dat waarschijnlijk in een afgeslankte vorm gebeuren, die niet alleen wordt gevormd door interne EU-onderhandelingen, maar ook door de veranderende geopolitiek op het gebied van wereldwijde handel, openbaarmakingsnormen en verwachtingen van investeerders.







