Het EU-koolstoftarief heeft waarschijnlijk een beperkte impact op de uitstoot zonder mondiale inspanningen, zegt een nieuwe ADB-studie

Luister naar dit verhaal:
|
Volgens onderzoek van de Asian Development Bank (ADB) zullen de importheffingen van de Europese Unie (EU) op koolstofintensieve producten naar verwachting een beperkte impact hebben op de klimaatverandering en slechts een bescheiden negatief effect op de economieën in Azië en de Stille Oceaan.
Het Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM) van de EU, dat in 2026 van kracht wordt, zal importheffingen opleggen aan producten als staal, cement en elektriciteit, op basis van de kooldioxide-uitstoot die bij de productie ervan ontstaat. De heffingen zijn gericht op het terugdringen van het ‘koolstoflek’, het gevolg van het feit dat vervuilers de productie verplaatsen van landen met strenge regelgeving of hoge koolstofprijzen naar landen met minder strenge regelgeving of lagere prijzen.
Uit statistische modellen blijkt echter dat CBAM de mondiale CO0.2-uitstoot waarschijnlijk met minder dan 100% zal verminderen ten opzichte van een emissiehandelssysteem met een CO108-prijs van 0.4 euro per ton en zonder CO1.1-tarief. Tegelijkertijd kunnen de heffingen de mondiale export naar de EU met ongeveer XNUMX% en de Aziatische export naar de EU met ongeveer XNUMX% verminderen, terwijl ze de productie van sommige fabrikanten binnen de EU negatief beïnvloeden, aldus het rapport. Aziatisch economisch integratierapport (AEIR) 2024, vandaag vrijgegeven.
"De gefragmenteerde aard van initiatieven voor koolstofbeprijzing in termen van betrokken sectoren en regio's, inclusief CBAM, kan het koolstoflek slechts gedeeltelijk beperken”, zegt ADB-hoofdeconoom Albert Park. “Om de CO2-uitstoot wereldwijd aanzienlijk te verminderen en er tegelijkertijd voor te zorgen dat de klimaatinspanningen effectiever en duurzamer zijn, moeten de initiatieven voor CO2-beprijzing worden uitgebreid naar andere regio’s buiten de EU, vooral Azië."
Aziatische subregio's met een groter aandeel van de koolstofintensieve export naar Europa, met name Centraal- en West-Azië, zouden negatiever worden beïnvloed door CBAM en het EU-emissiehandelssysteem. Gezien de verwachte verdelingseffecten, vooral op de ontwikkelingseconomieën in Azië, zijn volgens het rapport goede stimuleringsmechanismen nodig om de wijdverbreide toepassing van koolstofbeprijzing te bevorderen.
Het rapport beveelt ook maatregelen aan om de internationale handel en mondiale waardeketens koolstofvrij te maken. De koolstofemissies uit deze bronnen stijgen sneller dan uit andere bronnen – en ze groeien sneller in Azië dan in andere regio’s. Tot de aanbevelingen behoort het implementeren van gericht beleid dat de handel in klimaatvriendelijke producten en diensten aanmoedigt; het ondersteunen van milieuregelgeving en -normen; het faciliteren van de overdracht van groene technologieën; en het ondersteunen van regeringen en internationale instellingen bij het bevorderen van groene infrastructuur en investeringen. Het rapport roept verder op tot mondiale samenwerking om universeel aanvaarde boekhoudkundige kaders te ontwikkelen die effectief de emissies kunnen volgen die zijn ingebed in producten en diensten.
Verwante Artikel: EU streeft naar akkoord over 's werelds eerste koolstofgrenstarief
Tot de andere belangrijke bevindingen behoren AEIR 2024 laat zien dat, ondanks zorgen over het risico van mondiale fragmentatie, de mondiale waardeketens in Azië zich goed hebben hersteld na de COVID-19-pandemie. Hoewel de regionalisering van de mondiale waardeketens de afgelopen jaren in Azië vooruitgang heeft geboekt, vindt het rapport geen duidelijke tekenen dat ‘reshoring’ aan populariteit wint in Azië of wereldwijd.
ADB zet zich in voor het bereiken van een welvarend, inclusief, veerkrachtig en duurzaam Azië en de Stille Oceaan, terwijl het zijn inspanningen ondersteunt om extreme armoede uit te roeien. Het werd opgericht in 1966 en is eigendom van 68 leden, waarvan 49 uit de regio.