PepsiCo en National Geographic Society lanceren wereldwijd programma 'Food for Tomorrow' voor regeneratieve landbouw
- Partnerschap heeft als doel om regeneratieve praktijken op 10 miljoen hectare te bevorderen tegen 2030.
- Initiatief combineert wetenschap, storytelling en subsidies om duurzame voedselsystemen op te schalen.
- Het programma richt zich op de toenemende risico's voor voedselzekerheid, aangezien bodemdegradatie tegen 90 2050% van het land bedreigt.
National Geographic Society en PepsiCo hebben een nieuw wereldwijd initiatief onthuld, Eten voor morgen, bedoeld om de transitie naar regeneratieve landbouw te versnellen en een nieuw perspectief te creëren voor de manier waarop beleidsmakers, bedrijven en het publiek naar voedselsystemen kijken.
Het programma combineert wetenschappelijk onderzoek, datavisualisatie en storytelling om te laten zien hoe landbouwpraktijken die ecosystemen herstellen, voedselzekerheid op lange termijn kunnen ondersteunen. Met een verwachte wereldbevolking van 10 miljard in 2050 en een risico op bodemdegradatie bij de huidige ontwikkelingen, positioneert de samenwerking regeneratieve landbouw als een praktische hefboom om klimaat, biodiversiteit en voedselbestendigheid te verbeteren.
Een strategische alliantie van wetenschap en schaal
De samenwerking combineert de reikwijdte van National Geographic op het gebied van wetenschap en onderwijs met de aanwezigheid van PepsiCo in de toeleveringsketen en de landbouwinzet. PepsiCo heeft toegezegd regeneratieve, herstellende of beschermende landbouwmethoden tegen 10 uit te breiden naar 2030 miljoen hectare, een doel dat aansluit bij de bredere strategieën voor klimaat- en waterbeheer van PepsiCo.
"Klimaatverandering legt een ongekende druk op het mondiale voedselsysteem, en boeren voelen dit elke dag."Zei Ramon Laguarta, voorzitter en CEO van PepsiCo. Er zijn oplossingen die bedrijven en boeren veerkrachtiger kunnen maken. Food for Tomorrow combineert de expertise van PepsiCo met het vermogen van National Geographic om de wetenschap vooruit te helpen en actie te stimuleren.

Jill Tiefenthaler, CEO van de National Geographic Society heeft het programma gepresenteerd als een generatie-imperatief.”Onze toekomst zal worden gevormd door de manier waarop we vandaag de dag ons voedsel verbouwen. We stellen ons opnieuw voor wat mogelijk is als dat systeem zowel mensen als de planeet voedt." ze zei.

Focusgebieden: verhalen vertellen, wetenschap en hulpmiddelen
Eten voor morgen zal op drie hoofdgebieden worden gelanceerd:
- Verhalen vertellen onder leiding van ontdekkingsreizigersVijf National Geographic Explorers zullen films, beelden en verhalen produceren die documenteren hoe boeren in verschillende regio's regeneratieve praktijken omarmen. Deze verhalen zijn bedoeld om de kloof tussen toegepaste wetenschap en publieke bewustwording te overbruggen.
- Wetenschappelijke subsidiesHet programma financiert maximaal vijf projecten in het kader van het initiatief "Building Resilience in Agriculture", waarbij prioriteit wordt gegeven aan natuurvriendelijke, schaalbare voorstellen die onderzoek toepassen op reële omstandigheden. Aanvragen kunnen worden ingediend tot en met 30 september 2025.
- Gegevens in kaart brengenEen dynamisch visualisatieplatform brengt regeneratieve praktijken en hun impact op bodem, water en klimaatbestendigheid in kaart. De tool, die naar verwachting in 2026 wordt gelanceerd, zal toegankelijk zijn voor wetenschappers, boeren en beleidsmakers en evidence-based inzichten bieden voor besluitvorming.
GERELATEERD ARTIKEL: PepsiCo, ADM-partner om de koolstofintensiteit in de landbouw te verminderen
Industrie- en beleidsimplicaties
Voor topmanagers en institutionele beleggers benadrukt het initiatief hoe wereldwijde foodmerken regeneratieve landbouw in hun kernbedrijfsmodellen integreren. De betrokkenheid van PepsiCo weerspiegelt een bredere trend in de sector, waarbij klimaat- en biodiversiteitsdoelen de inkoopstrategieën en de controle van investeerders veranderen.
Het programma sluit ook aan bij internationale kaders, waaronder de toezeggingen van de VN-top over voedselsystemen en de EU-strategie 'Van boer tot bord', die beide de nadruk leggen op bodemgezondheid en regeneratieve methoden. Voor beleidsmakers kunnen de storytelling- en mappingtools cruciale hulpmiddelen worden bij het vormgeven van subsidiestructuren en regelgeving voor landbeheer.
Oplossingen gericht op boeren
Centraal in het initiatief staat de erkenning dat boeren zich in de frontlinie van klimaatrisico's bevinden. De korte films, geproduceerd in samenwerking met National Geographic CreativeWorks, tonen telers die experimenteren met groenbemesters, minder grondbewerking en gediversifieerde rotaties – methoden die de uitstoot verminderen en tegelijkertijd de weerbaarheid tegen droogte en overstromingen vergroten.
Door praktijkervaring te koppelen aan wetenschappelijke validatie, wil het programma geloofwaardigheid opbouwen bij lokale gemeenschappen en investeerders. Het onderstreept een verschuiving van boeren die uitsluitend als producenten worden gezien naar hen als cruciale beheerders van natuurlijk kapitaal.
De wereldwijde inzet
Bodemdegradatie is geen lokale uitdaging; het vormt een systemische bedreiging voor de wereldwijde voedselvoorzieningsketens, financiële stabiliteit en klimaatdoelstellingen. Als regeneratieve methoden op grote schaal worden ingevoerd, kunnen ze een betekenisvolle bijdrage leveren aan emissiereductiedoelstellingen en tegelijkertijd de levensomstandigheden van boeren verbeteren.
Terwijl PepsiCo en National Geographic de Eten voor morgen agenda, zullen bestuurders en investeerders nauwlettend in de gaten houden in hoeverre het initiatief verder kan gaan dan het creëren van bewustwording en kan zorgen voor meetbare effecten op landbouwarealen, opbrengsten en emissiereducties.
Uiteindelijk zal het succes van het programma niet alleen afhangen van de verhaallijnen en hulpmiddelen die het biedt, maar ook van de mate waarin het systemische verandering versnelt in een sector die zich op het snijvlak van klimaat, biodiversiteit en wereldwijde gezondheid bevindt.







